In Nederland worden steeds minder meerlingen geboren na IVF. En dat terwijl het aantal IVF-behandelingen wel toeneemt. Dat blijkt uit de jaarcijfers van de Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG), die woensdag bekend zijn gemaakt. Goed nieuws, zou ik zeggen. Want meerlingzwangerschappen zijn risicovoller. De kinderen worden vaker te vroeg geboren en hebben een lager gewicht. Dat brengt een groter risico op overlijden na de geboorte met zich mee. In 2007 kwamen 4025 zwangerschappen tot stand na IVF. Daaruit zijn 4617 kinderen geboren. Dat betekent dat ruim 14 procent van de IVF-zwangerschappen tot een meerling leidde.
In 2007 is het hoogste aantal ivf-behandelingen uitgevoerd sinds dat in Nederland mogelijk is, zo analyseert gynaecoloog Jan Kremer van het Universitair Medisch Centrum St Radboud (UMC) in Nijmegen. Hij houdt voor de NVOG de cijfers bij.
In 44 procent van de gevallen is gebruik gemaakt van de ICSI-methode. Daarbij wordt met een minipipetje een zaadcel rechtstreeks in een eicel gespoten. Voor mij persoonlijk is dat een interessant cijfer. Mijn eigen wondertje is namelijk ook een ICSI-kindje. Ik wist niet dat het percentage zo hoog lag!
Bijna een kwart van alle behandelde vrouwen raakte direct zwanger, aldus Kremer. Nederland doet het daarmee goed in vergelijking met andere Europese landen, ondanks het feit dat steeds vaker slechts één bevruchte embryo wordt teruggeplaatst.
Vijf jaar geleden eindigde 22,2 procent van elke IVF-zwangerschap nog in een meerling door het terugplaatsen van meer embryo’s, aldus Kremer. Sindsdien blijft het percentage dalen.
In Nederland was in 2007 één op elke 39 kinderen het resultaat van een ivf-behandeling.
Bron: NVOG/ De Pers.
Lees ook:Aantal IVF-kinderen stijgt door
Lees ook:Steeds minder meerlingen
Lees ook:‘Vijf procent van vrouwen niet spontaan zwanger’
Lees ook:Oudere moeders krijgen vaker meerling
Lees ook:Grens eiceldonatie blijft 45 jaar