We maken ons in Nederland erg druk om de hoge babysterfte. En terecht! Maar misschien zou er ook eens een werkgroepje moeten worden opgericht dat kijkt naar de moedersterfte in ons land. Die is namelijk tussen 1993 en 2005 flink toegenomen. Dat komt vooral doordat vrouwen met een ernstige ziekte tegenwoordig wel zwanger (mogen) worden. In het verleden zouden ze een negatief zwangerschapsadvies hebben gekregen. (Foto: millenniumbattle.nl)
In de genoemde periode stierven gemiddeld 12,1 moeders tijdens of na de zwangerschap per 100.000 levend geboren kinderen. Per jaar komt dat neer op 24 vrouwen.
Dat is een opvallende toename ten opzichte van een sterftecijfer van 9,7 in de periode 1983 tot 1992.
De moedersterfte (wat een rotwoord trouwens!) is onderzocht door Joke Schutte, gynaecoloog bij de Isala klinieken in Zwolle. Op 29 januari promoveert ze aan het VU medisch centrum in Amsterdam.
De toename in moedersterfte in de onderzochte periode komt dus vooral doordat er meer vrouwen na de geboorte van hun kind overlijden aan een ziekte die zij al hadden voordat ze zwanger werden. Dit zijn met name hart- en vaatziekten.
Sterfte tijdens of na de zwangerschap in Nederland komt vooral door zwangerschapsvergiftiging. Vanaf 2003 daalt dit aantal echter. Zwangerschapsvergiftiging wordt tegenwoordig eerder ontdekt en de vrouwen worden beter behandeld.
Risicogroepen voor moedersterfte zijn oudere vrouwen, allochtone vrouwen en vrouwen die al meerdere kinderen gebaard hebben.
Bron: VU medisch centrum Amsterdam
Lees ook:Moedersterfte met derde afgenomen
Lees ook:Iedere minuut sterft ergens ter wereld een moeder
Lees ook:Bloeddruk zwangeren meten heeft weinig zin
Lees ook:Zwangerschapsvergiftiging: bevalling inleiden
Lees ook:Bruin brood: minder risico zwangerschapsvergiftiging