Hemeltergend als je het mij vraagt. De tussentijdse resultaten van de FNV- enquete ‘Vaders, moeders, hun werk en de zorg’. Daaruit blijkt onder meer dat 40% van de vrouwen die op het werk kolven dit moeten doen in een ongeschikte ruimte. Lees: het kopieerhok of het archief. Dat is dus bijna de helft! De resultaten zijn tussentijds gepresenteerd omdat vandaag de Wereld Borstvoeding Week is begonnen. Die duurt tot en met 4 oktober.
Toen ik drie jaar geleden zwanger was zag ik er ook als een berg tegenop om te moeten gaan kolven op het werk. Van een collega hoorde ik namelijk dat ze zonder pardon verbannen was naar de bezemkast. Er is dus nog bar weinig ten goede veranderd. De enqueteresultaten geven dat haarfijn aan.
Volgens de enquete geeft 72% van de werkende moeders met een baby borstvoeding en kolft meer dan de helft op het werk. Van hen geeft 41 procent aan dit op een goede plek te kunnen doen: rustig en af te sluiten. Maar 40 procent zegt dus te moeten kolven in een ruimte die daarvoor niet geschikt is.
In 2006 was het percentage vrouwen, dat aangaf te moeten kolven in een ongeschikte ruimte, ook 40 procent. Andrée Ruiters, adviseur arbeidsvoorwaarden bij FNV Bondgenoten, noemt dit opvallend: “Op dit punt is dus geen verbetering zichtbaar. We moeten dus blijven hameren op het belang van een goede kolfruimte voor deze vrouwen.”
Een goede kolfruimte is een ruimte waar de vrouw ongestoord kan kolven, een koelkast kan gebruiken om de moedermelk in te bewaren en waar water aanwezig is. Bijna 20 procent van de vrouwen geeft aan dat zij voortijdig zijn gestopt met voeden en/of kolven. Als redenen geven zij aan: de werkdruk en onbegrip van collega’s.
Ruiters: “Helaas is het in veel organisaties nog niet zo dat er rekening wordt gehouden met de wens van vrouwen om te kolven. In veel organisaties en bij vrouwen is het onvoldoende bekend dat de arbeidstijdenwet een voedingsrecht kent, waarin bepaald is dat vrouwen maximaal 25 procent van hun werktijd hun kind kunnen voeden of moedermelk kunnen kolven. Dit recht geldt gedurende de eerste 9 maanden van het kind.”
Uit de enquête blijkt ook dat van het recht om naar het kind te gaan om te voeden, nauwelijks gebruik wordt gemaakt, meestal omdat de reistijd naar het kind te lang is.
Zoals gezegd gaat het hier om tussentijdse resultaten. De FNV-enquete loopt dus nog en is hier in te vullen.
Lees ook:Langer verlof heeft geen invloed op borstvoeding
Lees ook:Nieuw record simultaan borstvoeden
Lees ook:Helft vrouwen geeft geen borstvoeding in openbaar
Lees ook:Trend: vriendin geeft borstvoeding aan je baby
Lees ook:Borstvoeding in openbaar ‘niet normaal’